Bewerking
|
Met een muis
|
Met een toetsenbord
|
De charms (Zoeken, Delen, Start, Apparaten en Instellingen) openen.
|
Wijs de rechterbovenhoek of de rechterbenedenhoek aan om de charms te zien. (Probeer de muisaanwijzer zo ver in de hoek te plaatsen dat deze verdwijnt.) Wanneer u de charms ziet, beweegt u de muisaanwijzer langs de rand van het scherm naar boven of beneden en klikt u op de gewenste charm.
|
Alle charms: Windows-logotoets +C
De charm Zoeken: Windows-logotoets +Q
De charm Delen: Windows-logotoets +H
De charm Start: Windows-logotoets
De charm Apparaten: Windows-logotoets +K
De charm Instellingen: Windows-logotoets +I
|
Zoeken op uw pc (toepassingen, instellingen en bestanden), op het web of in een toepassing
|
Wijs de rechterbovenhoek of de rechterbenedenhoek aan om de charms weer te geven. (Probeer de muisaanwijzer zo ver in de hoek te plaatsen dat deze verdwijnt.) Wanneer u de charms ziet, beweegt u de muisaanwijzer naar boven of beneden langs de rand van het scherm, klikt u op Zoeken en voert u de gewenste zoekterm in. Als u wilt zoeken in instellingen, bestanden of een andere toepassing, klikt u op die optie.
|
Als u zich in het startscherm bevindt, hoeft u alleen de zoekterm in te voeren.
Voor een lijst met alle toepassingen op de pc klikt u met de rechtermuisknop op het startscherm en klikt u op Alle toepassingen.
Binnen toepassingen zoeken of een toepassing zoeken: Windows-logotoets +Q
Instellingen zoeken: Windows-logotoets +W
Bestanden zoeken: Windows-logotoets +F
|
Naar het startscherm gaan
|
Wijs de linkerbenedenhoek aan. Wanneer u het startscherm ziet, klikt u op de hoek.
Wijs de rechterbovenhoek of de rechterbenedenhoek aan om de charms weer te geven. (Probeer de muisaanwijzer zo ver in de hoek te plaatsen dat deze verdwijnt.) Wanneer u de charms ziet, beweegt u de muisaanwijzer naar boven of naar beneden langs de rand van het scherm en klikt u op Start.
|
Druk op de Windows-logotoets op uw toetsenbord.
|
Opdrachten en contextmenu’s openen
|
Klik met de rechtermuisknop om opdrachten en contextmenu’s te zien. Als u met de rechtermuisknop op een item klikt, ziet u vaak opties die specifiek zijn voor dat item.
|
Windows-logotoets +Z
Gebruik de Tab- of pijltoetsen om items te markeren en druk vervolgens op de spatiebalk of op Enter.
|
Tussen recentelijk gebruikte toepassingen schakelen.
|
Als u wilt overschakelen naar de toepassing die u het meest recent hebt gebruikt, wijst u de linkerbovenhoek aan. (Probeer de muisaanwijzer zo ver in de hoek te plaatsen dat deze verdwijnt.) Zodra de vorige toepassing wordt weergegeven, klikt u op de hoek.
Als u wilt schakelen naar een andere toepassing, wijst u de linkerbovenhoek van het scherm aan en beweegt u de aanwijzer een klein stukje naar beneden. Wanneer de andere toepassingen worden weergegeven, klikt u op de gewenste toepassing.
|
Windows-logotoets +Tab
|
Een toepassing vastmaken om twee toepassingen naast elkaar te gebruiken.
Opmerkingen
-
Uw schermresolutie moet ten minste 1366 x 768 zijn als u toepassingen wilt vastmaken. Deze instelling controleren:
Tik of klik om Schermresolutie te openen.
-
Het bureaublad wordt als één toepassing beschouwd.
|
Plaats uw aanwijzer in de linkerbovenhoek totdat de tweede toepassing verschijnt. Sleep die toepassing vervolgens naar de linker- of rechterkant van het scherm totdat er een opening achter verschijnt.
U kunt ook de linkerbovenhoek van het scherm aanwijzen en de muisaanwijzer naar beneden bewegen om de toepassingen weer te geven die u als laatste hebt gebruikt. Klik op de toepassing die u wilt vastmaken en sleep deze.
Houd deze grootte van de toepassing aan of wijzig het formaat zo dat tweederde deel of het volledige scherm wordt gevuld.
|
Windows-logotoets +Punt
|
Het bureaublad weergeven.
|
Ga naar het startscherm en klik op de tegel Bureaublad.
|
Windows-logotoets +D
|
In- of uitzoomen
|
Gebruik in het startscherm het pictogram In-/uitzoomen in de rechterbenedenhoek of Ctrl+Scrollwiel
|
Ctrl+Plusteken om in te zoomen
Ctrl+Minteken om uit te zoomen
|
Een app sluiten
|
Wijs de bovenrand van het scherm aan en klik op en sleep de toepassing naar de onderrand van het scherm.
U kunt toepassingen die u kortgeleden hebt gebruikt ook sluiten door de linkerbovenhoek van het scherm aan te wijzen en naar beneden te bewegen. Klik met de rechtermuisknop op de gewenste toepassing en selecteer Sluiten.
|
Alt+F4
|
Afsluiten
|
Wijs de rechterbovenhoek of de rechterbenedenhoek aan om de charms weer te geven. (Probeer de muisaanwijzer zo ver in de hoek te plaatsen dat deze verdwijnt.) Wanneer u de charms ziet, beweegt u de muisaanwijzer naar boven of naar beneden langs de rand van het scherm en klikt u op Instellingen. Klik op Energie en selecteer een afsluitoptie.
|
-
Druk op Ctrl+Alt+Delete.
-
Ga met de Tab-toets naar het pictogram Energie. U ziet een lijst met afsluitopties.
-
Gebruik de pijltoetsen Omhoog of Omlaag om naar de gewenste optie te gaan.
-
Druk op Enter.
|